Motorisch: oké. Na elk PMS-bezoek kreeg ons moeder een
verslagske, dat ik zeker niet mocht lezen –‘Envelop toelaten hé!’- met daarop
mijn hele lijf en leden beschreven door meneer den doktoor met de
twijfelachtige naam Uitdebroeck. Mijne motoriek was oké. Oké. Nie meer. Nie
minder. Moest ook niet. Vader en moeder waren beiden content. Ik dus ook.
Toen was ik 12, nu al even een twintiger (het begin, maar
toch!) en mijne motoriek, daar scheelt iets aan. Vooral tijdens de lessen zumba
ben ik me hiervan ontzettend bewust.
En het ritmegevoel van ons moeder. Nu
neem ik mijn ouders weinig kwalijk, maar hun erfelijke missers had ik liever
niet meegekregen. Die heupdysplasie maakt het mijn leven er niet eenvoudiger op. (Als ik nu kon sporten, dan zou ik tenminste die extra kilo's eens kwijtraken, dankuwel HD)
Voor alle duidelijkheid, ons moeder heeft evenveel ritme in
haar lichaam dan een door een wesp gestoken winnie de pooh-beer met maar één
werkend ledemaat. Wij hebben geen
Afrikaanse dansbenen... Danskramellen (*) daarentegen genoeg.
Ik. Kan. Niet. Dansen. Maar ik doen’t wel graag. En veel. In
de klas. In de leraarskamer. Op Akabe. Ik dans, en als ge’t niet wilt zien, dan
doet ge uw ogen maar schoon toe!
Gegroet,
Mevrouw de Prinses
(*) een kramel = een snoepke, liefst van het tandenplakkerige soort