donderdag 16 januari 2014

Ochtendlijk gezeur

Schokkend weetje: Ik ben geen ochtendmens. Nooit geweest. En ik vrees dat dat in de nabije toekomst nog niet gaat veranderen. Ook ben ik geen avondmens, of er moet een geweldig feestje op de menu staan. Ik denk dat ik een door-de-dag-mens ben. Zo, vanaf een uur of 10. Dan ga ik stevig.

Om door de zure appel van de ochtend te bijten, zet ik steeds de televisie op. Zo rond een uur of 7 ziet ge niet erg veel passeren. Dr Oz kan me niet echt boeien, vooral de verafgoding van die vrouwen, vreemd. Dus ik zap steeds naar de VTM.  Die zenden herhalingen uit van ‘hippe’ programma’s. In het aller begin was er Spoed. Ooooh, I love spoed. De 90tiesvibe was ongelooflijk voelbaar, het bloed bijna echt. Daarna kwam er een cowboy-indiaan-programma over een vrouw die de indianen hielp. Niet echt het beste, maar hé. Ik werd er wakker van.

Maar dan, de crème de la crème. Murder, she wrote. Echt waar. Die Jessica Fletcher, ze is mijn heldin. Ik stond er zelfs vroeger voor op –lees: Ik zette mijn wekker, klikte de tv aan en keek lekker vanuit bed.- Heaven! Ik werd er zelfs goedgezind van. Dat is opmerkelijk, mensen die mij ’s morgens tegenkomen zullen je adviseren om uit de weg te gaan, bij mij heeft de morgendstond namelijk geen goud in de mond.

Maar nu. Plots, na een goei kerstverlof (life of a teacher), zet ik de tv op. Ik verwacht ons Jess (ik mag die zo noemen, wij zijn vriendinnen...) te zien. MAAR NEE! Één of andere Australische humoristische serie (not funny, tough) Packed by the Rafters, verschijnt op mijn scherm. Echt, mijn ochtenden starten weer slecht.

En de grootste vraag: Waar is ons Jessica gebleven?

Dus lieve VTM-bazen. Ik denk dat er maar weinig mensen op zo’n vroeg uur kijken. Luister dan naar naar het advies van de wel-kijkende mens. Ik wil ons Jess terug. Want ook ik had, net als Mde Fletcher, de moordenaar rap door. En da’s goed voor mijn zelfvertrouwen en mijn medemens.  Prettyplease?




Gegroet, Mevrouw Prinses

dinsdag 14 januari 2014

Nestelgedrang

Het Lief en ik zoeken. Naar een woonst. Het liefst niet te groot, want ik kuis nie graag en 't Lief is daar ook gene held in. Mits wat meer moed en doorzettingsvermogen zou dat lukken, maar hé, ne mens mag ook eens lui in zijne zetel gaan liggen hé?

Soit, ons grootste discussiepunt van het universum: Wat met de inrichting? 

Hij wil iets Hobbit-achtig, veel hout,veel ruiten, veel ondergronds en veel blote voeten met haar op. (Het kan zijn dat ik hierin wat overdrijf. Een beetje maar hoor.) 



Ik wil iets, dat ik de naam "Chaotic Chique" heb gegeve. Denk aan witte/lichte meubels, onnuttige accesoires zoals een gebloemde chihuahua en een Chanelnagellak onder een stolp. Ja, zoiets. En ook een grote, fluoroze buldog in de hal. Dan kan ik mijn sleutels op zijn neus leggen en mijn sjaal rond zijn nek. Ik ga die twee nooit nog kwijtspelen... En de hondenpoepjes van Ikea als kapstokken in de gang.  Ohja, en ook een grote, lichthouten tafel. Groot genoeg voor al mijn rommel. Zelfkennis ofzoiets. 



Ik duik verder in Pinterest, Welke.nl en den Ikea-website. Hoera hoera hoera. Nu maar hopen dat dat prachtige appartement met die perfecte lichtinval en klein hofke vrijkomt. 

Gegroet, Mevrouw de Prinses





donderdag 2 januari 2014

Voornemens, mijn gat.

Ik ben er niet echt fier op, maar erover liegen doe ik ook niet. In sociale contacten ben ik erg naïef. Ik geef dat toe. Ik ben zo iemand die bij iedereen het beste ziet, maar bij mezelf dan weer heel wat minder. Soit, die naïviteit heeft me wel door heel wat watertjes geloodsd, aangezien ik ook erg onwetend reageer als mensen mij subtiel iets willen duidelijk maken. Subtiliteit is niet aan mij besteed.

Het was rond iets na nieuwjaar, de voornemens waren nog niet van de spreekwoordelijke pers gerold of daar was het. De woordenstorm. Agressieve, dronken frustraties naar mijn hoofd. En iedereen kon het horen. Dat ik foute keuzes heb gemaakt en dat ik hiervoor de schuld zal dragen.  Dat ik dan met mijn domme kop ook nog eens vriendelijk (én naïef, maar nu eens expres!) terug reageerde begrijp ik niet. Het jammere is dat ik steeds vriendelijk heb gedaan tegen de persoon in kwestie, maar dat ik nu mijn vragen stel. Want hé, wij wonen wel in hetzelfde dorp. Misschien gaan onze kinders later samen in de klas zitten, en dan staan wij daar, tijdens die oudercontacten. De ongemakkelijke stiltes weg te kijken. 

Ik kroop met een schuldgevoel in bed, het Lief naast mij. En toen had'k het door. Ik heb een goei lief, een toffe job en veel leuke vrienden. Als iemand mij niet leuk vindt, ga ik de persoon in kwestie niet smeken om vriendschap. Die fase ben ik voorbij. Ik sliep goed die nacht, maar ik twijfel aan de nachtrust van anderen. 


Liefs, Mevrouw de Prinses