zondag 22 mei 2016

Trots

"Dat ze er wel zal geraken, dat is ons Lotte." Aldus mijn vake in een gesprek met ons moeder, die weeral haar beklag doet over het feit dat ik mijn voeten veeg aan mijn schoolwerk. Een paar jaar geleden.  Mijn moeder had daar grote bedenkingen bij. Ik begrijp dat wel. In het middelbaar deed ik juist dat gene wat nodig was om door te raken, in het hoger vertrouwde ik op de herexamens. Ik deed alles maar juist goed genoeg. Want ik ging niet graag.

Tot ze zei: "Ge gaat dat toch niet doen? Bij de scouts gaan? U kennende houdt ge dat niet vol, ge gaat er weer uw voeten aan vegen." Ik vertrok naar de eerste activiteit en was verkocht.  Vier kampen later en een vijfde komende,  besluit ik dat het genoeg is, dat ik genoeg zomers heb opgeofferd aan mijn akabeetjes. Dat ik ook eens zondagen thuis wil zijn, om in mijne zetel te liggen en te niksen in plaats van verstoppertje te spelen en mijzelf in een prinses te laten shminken.

Maar ergens doet het pijn. Ik leerde zoveel op de scouts. 

Op de scouts leerde ik mezelf zijn. Mezelf, zonder me te verschuilen achter een façade van 'boze Lotte'. Want iedereen die met mensen en kinderen met een beperking werkt, weet goed genoeg dat je die façade niet lang heel houdt.

Stukje bij brokje brokkelde mijn muur van geveinsde vrolijkheid en vals geluk af. Ik werd mezelf. Ik werd Lotte. Lotte die zorgt voor anderen. Die ongerust is wanneer er iemand ziek is. Maar waar evengoed voor moet gezorgd worden als zij ziek is. Die huilend naar haar moeder belt als ze met haar strand/kotsemmertje in de zetel zit, naast haar medeleider -allebei om ter ziekst-. Maar die evengoed de kots van een ander opkuist. Die zorgt voor de sfeer en een vrolijke noot. Die als complimentjesfee rondfladdert en glitters rondstrooit.  Die vrolijk pannenkoeken bakt en zeker niet op haar mond is gevallen. Die opkomt voor diegene die dat niet meer kunnen. 

Op zo'n momenten ben ik trots. Trots dat ik die bewuste zondag wel naar de scouts ging, dat ik wel durfde. 

Deze zomer ga ik ook trots zijn. En heel hard huilen. Want afscheid doet pijn. In dit geval al heel lang. Ik voel de pijn al sluipen in mijn hart en durf niet te denken aan de echte laatste keer. 

En terwijl ik dit typ voel ik al tranen opkomen. Tranen van trots. 



Gegroet, 
Mevrouw de Prinses 
Ofte Lotte Berghmans, Speelse Arassari, scoutsleidster Akabe Biebel Diest.